Eén van de fundamenten van NLP zijn de NLP basisframes. De NLP basisframes kun je ook wel zien als 4 basisgedachten of houdingen. Dit zijn de uitgangspunten voor alle NLP technieken en voor hoe jij meer uit jezelf en het leven kunt halen.
De vier basisframes van NLP zijn:
1. Oorzaak → Gevolg
2. Perceptie is Projectie
3. Lichaam en geest beïnvloeden elkaar wederzijds
4. Het centrale zenuwstelsel kan geen ontkenning vasthouden
1. Oorzaak → Gevolg
Alles waar de wereld uit is opgebouwd, kunnen wij waarnemen als oorzaak en gevolg. Binnen NLP gebruiken we deze stelling om zaken als gedrag en onze communicatie te kunnen veranderen, om flexibeler en krachtiger te worden.
Sta jij meer aan de oorzaak-kant of aan de gevolg-kant van het leven?
Als je aan de gevolg-kant gaat staan, plaats je de oorzaak buiten jezelf. Bijvoorbeeld: Ik voel me zo, doordat hij onaardig tegen mij heeft gedaan. Dit wordt ook wel slachtofferrol genoemd. Het nadeel hiervan is, dat je de controle en de grip op je leven verliest. Je ziet geen mogelijkheid om er iets aan te doen. Bij de gevolg-kant van dit basisframe ga je er van uit dat de oorzaak van wat er in je leven gebeurt buiten jezelf ligt en onveranderbaar is.
Als je aan de oorzaak-kant gaat staan, dan zoek je de oorzaak van je gedrag, je communicatie en externe gebeurtenissen bij jezelf. Uit onderzoek blijkt dat alle succesvolle mensen dit doen. Je neemt dan de verantwoordelijkheid voor wat er in je leven gebeurt en creëert daardoor keuzevrijheid. Het grote voordeel is dan dat je dus iets kunt veranderen. Als jij verandert, kunnen de zaken om je heen veranderen. Dus stel jezelf altijd de vraag: ‘Hoe heb ik invloed op deze situatie?’.
Let op: verantwoordelijkheid nemen betekent niet hetzelfde als je schuldig voelen. Er zijn altijd gebeurtenissen of situaties waar je geen invloed op hebt. Zoals het overlijden van een dierbare of ziekte. Wel heb je invloed op hoe jij ermee omgaat en hoe jij je voelt. Ook in die situaties kun je steeds kijken naar waar jij invloed op hebt. Ook dan sta je meer aan de oorzaak-kant van het leven en creëer je meer mogelijkheden.
2. Perceptie is Projectie
Hoe wij de wereld waarnemen, is altijd een projectie van jouw overtuigingen, dingen die je eerder hebt meegemaakt in het leven en van je emoties. Oftewel hoe jij je op dat moment voelt, is bepalend voor hoe jij de wereld waarneemt.
Carl Jung heeft dit principe ‘perceptie is projectie’ geïntroduceerd. Alles wat we als mensen waarnemen, filteren we onbewust (zie het NLP communicatie model). De objectieve waarneming wordt gegeneraliseerd, vervormd en delen worden weggelaten. Zo ontstaat je interne voorstelling, wat we ook wel ‘subjectieve interne representatie’ noemen.
Hierdoor hebben we allemaal ons eigen (subjectieve) perceptie van de werkelijkheid. Je neemt de wereld niet waar zoals die is, maar zoals je die onbewust hebt gemaakt. Hoe je bijvoorbeeld de mensen om je heen waarneemt, hangt grotendeels af van jouw filters. Zo kan iemand een naar gevoel bij je opwekken, niet omdat dit een naar persoon is, maar omdat deze persoon je doet denken aan iemand waar je nare herinneringen van hebt.
3. Lichaam en geest beïnvloeden elkaar wederzijds
Er wordt de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar de impact van ons (onbewuste) denken op hoe ons lichaam werkt en reageert. Deepak Chopra beweert zelfs dat iedere gedachte een bepaalde invloed heeft op elke individuele cel in ons lichaam. Binnen NLP betekent deze vooronderstelling dat er voortdurend een wisselwerking is tussen ons lichaam en onze geest. Alles wat je denkt, kan zich op één of andere manier in je lichaam representeren. En wanneer je iets in je lichaam verandert (door bijvoorbeeld te sporten), leidt dit ook onvermijdelijk tot een verandering in gedachten en stemming.
4. Het centrale zenuwstelsel kan geen ontkenning vasthouden
Het woordje ‘niet’ bestaat alleen in onze taal. In onze interne voorstelling (de beelden, geluiden, gevoelens, smaak en geur die we ons voorstellen) komt het woordje ‘niet’, niet voor. Als we tegen onszelf zeggen ‘hier wil ik niet aan denken’, heb je automatisch eerst de gedachte waarbij je er wel aan denkt. Als je niet aan die sigaret wil denken, creëer je eerst een interne voorstelling bestaande uit beelden, geluiden, gevoelens, geur en smaak. Vervolgens weet je door je interne dialoog dat je hier juist niet aan wil denken.
Zo heeft ook de uitspraak: “Dit moet ik niet vergeten”, een andere impact op ons dan de uitspraak, “Dit moet ik onthouden”. Nu we dit weten, kunnen we onszelf en anderen positief geformuleerde boodschappen geven, door ons te richten op datgene wat we wél willen, in plaats van wat we niet willen. Dit kun je bijvoorbeeld gebruiken in het stellen van doelen. Vaak weten we als mens heel goed wat we niet meer willen, maar wat wil je wel? Als je dat op die manier kunt formuleren, wordt het ook gemakkelijker die doelen daadwerkelijk te bereiken.